!
!
heidelberg_tok

Offset

Historie:

Het indirecte druksysteem (een overzet-offset-procëdë) was door de Fransman H.Voirin al sedert 1875 voor blikdruk toegepast. Omdat de stroeve blikplaten zich niet door een even stroeve vlakdrukvorm rechtstreeks laten bedrukken, had men de tegendrukcilinder van de steendrukpers met rubber bekleed; het rubberdoek nam het drukbeeld in inkt van de drukvorm over en zette dat af op de blikken plaat, die aan de andere zijde langs de cilinder werd gevoerd. De rubber cilinder fungeerde dus als een soepele schakel tussen twee weinig flexibele materialen.

Offsetpersen hebben drie cilinders: een drukcilinder, een rubbercilinder en een tegendrukcilinder van gelijke omvang, die even snel draaien. Tegen de drukcilinder is het vocht- en inktwerk gebouwd, die de drukvorm achtereenvolgens van water een inkt voorzien. Het papier wordt aan vellen in een eindeloze baan tussen rubbercilinder en tegendrukcilinder doorgevoerd. Een offsetpers kan wel 10.000-14000 druks per uur maken.

Toepassingen:

kantoordrukwerk, familiedrukwerk, full-colour drukwerk, kettingformulieren, vouwdozen, brochures, kranten enz. met een oplage van 1-100.000

 

bron: Grafische technieken - Fons van der Linden.